Onlangs leende mijn zoontje in de bibliotheek het boek ‘Dit is een goed gidsje voor een betere wereld’ van Marieke Eyskoot. In dit boek worden tips gegeven om de wereld eerlijker en duurzamer te maken. Mijn zoontje keek er eigenlijk niet meer naar om, maar zelf vond ik het leuk om te bekijken en te zien wat we eigenlijk allemaal al doen sinds de start van dit blog. Ook benieuwd? Lees mee!

Het eerste hoofdstuk gaat over huis & school. Dit doen we allemaal al:

• We hebben zonnepanelen op het dak; inmiddels hebben we meer dan 16.000kWh opgewekt
• We hebben geen gas aansluiting, net als de rest van de wijk. Koken doen we dus elektrisch
• We hebben een slimme thermostaat en warmtepomp. We hebben nog steeds een aansluiting op de stadswarmte. De leverancier gaf aan dat slechts 0,3% van de stadswarmte duurzaam wordt opgewekt. Dat percentage ligt veel maar dan ook veel hoger bij onze zonnepanelen 🙂 Door de slimme thermostaat verwarmen we veel gerichter.
• Uiteraard checken we energielabels en hebben we LED-lampen
• Bij voorkeur repareren we dingen in plaats van ze te vervangen
• Als we dingen niet meer willen houden zoeken we een ander huis voor ze. Zo zijn veel studieboeken gedoneerd aan een lerarenopleiding in Suriname, de boeken van Nederlandse en Vlaamse schrijvers aan de sectie Nederlands op school, Engelstalige boeken aan de sectie Engels, wordt kinderkleding en speelgoed doorgegeven etc.
• We kopen minder en van betere kwaliteit in de breedste zin van het woord; bijvoorbeeld vlees maar ook kleding.
• We ruimen zwerfafval op.
• We proberen minder wegwerpproducten te gebruiken. Zo hebben we voor feestjes een doos met slingers en borden die we elke keer opnieuw gebruiken, hebben we drinkbekers en lunchtrommels, maar weigeren we ook reclamefolders.
• Bij traktaties geven we geen plastic rommeltjes mee
• We gebruiken bij kleinere afstanden altijd de fiets. Sinds de start van het blog werk ik ook op fietsafsand. Reizen met de trein vinden de twee oudste kinderen best leuk, maar is niet altijd even praktisch. We hebben dus ook een auto, maar wel een klein autootje dat vrij zuinig rijdt.

Eten en drinken:

• We eten veelal met de seizoenen mee, als je op de markt je groenten koopt gaat dat bijna vanzelf net als het gebruiken van minder verpakkingen
• We hebben zelf kruiden in de tuin en kweken bijvoorbeeld oesterzwammen
• We eten minder vlees (maar wel van betere kwaliteit)
• Bij een aantal producten zijn we overgestapt op een duurzamere variant zoals kroketten en boter
• We bedenken wat we met de restjes eten doen. Met kleine kinderen is een ‘hapje’ maken altijd een optie 🙂

Kleren en lijf:

• We kopen minder kleding en van betere kwaliteit. Vroeger dacht ik dat het zinloos was om duurdere merken te kopen omdat je niet wist of die het nou echt beter doen. Tegenwoordig draai ik het om, producten die tegen dumpprijs worden aangeboden kunnen simpelweg niet op een nette manier worden geproduceerd. Vaak gaan de duurdere items ook langer mee.
• Ook gebruiken we pre-loved kleding. De meiden dragen bijvoorbeeld regelmatig items waar een vriendin van de oudste te groot voor is geworden en de jongste rompertjes die haar zus ook droeg.
• We kopen liever bij kleinere winkels dan grote ketens
• Bij voorkeur repareren we in plaats van ze te vervangen. Denk aan naden van een tas weer dichtnaaien, knopen aanzetten etc.
• We zijn over gegaan op een blok zeep in plaats van douchegel en gebruiken inmiddels ook een bar i.p.v. shampoo & conditioner.
• ……………

En zo doen we ook bij andere hoofdstukken al een (flink) aantal dingen. Natuurlijk zijn we niet perfect (er gingen genoeg dingen die het niet haalden zoals wasbare luiers), en dat hoeft ook niet. We maken stapjes en het boek deed me inzien dat we ongemerkt al een heel eind gekomen zijn.